Frederico Antonio Carasso

Fred Carasso was een zoon van een Italiaanse meubelmaker. Na het failliet van de meubelmakerij ging hij in 1913 in de Fiat fabriek werken. In 1916 werd hij opgeroepen voor het leger en verbleef hij enkele jaren in Noord- Afrika. De onderdrukking van de plaatselijke bevolking aldaar en de sociaal-maatschappelijke problemen in Italië vormden zijn politieke stellingname en hij werd lid van de communistische partij. Als jonge kunstenaar vertrok Fred Carasso in 1922 uit zijn geboorteland, onder druk van het oprukkende fascisme. Vanwege zijn politieke kleur volgden vele gedwongen omzwervingen door Europa. In de werken op papier bleef Carasso zich regelmatig kritisch uiten over politiek en maatschappij. Hypocrisie, ongelijkheid en onrechtvaardigheid zijn terugkerende thema’s. Soms verbeeldde hij deze kritiek op humoristische wijze, dan weer gaf hij uiting aan zijn ongenoegen in grillige vormen. Bij het bestuderen van Carasso’s werk wordt duidelijk hoe hij werkte te midden van verschillende artistieke stromingen. Onder andere Surrealisme, Dadaïsme en Russisch Constructivisme zijn in zijn werk terug te vinden. Het inzetten van een breed scala aan stijlen en technieken bood Carasso de mogelijkheid de wereld op een eigen wijze vast te leggen. In 1934 vestigde Carasso zich in Amsterdam. Na enkele jaren werd hij lid van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers en leerde veel collega’s kennen. In 1938 had hij zijn eerste solotentoonstelling in Nederland bij Galerie Robert in Amsterdam, een galerie die veel ruimte bood aan het surrealisme. Er verschenen lovende recensies in de kranten en Carasso maakte meteen naam. Vanaf 1945 kon hij zich volledig aan de kunst wijden. Na de oorlog had hij een belangrijke rol in de reorganisatie van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers. Zijn actieve rol in het verzet zorgde voor aanzien en invloed. In 1947 werd hij gevraagd om een beeld voor het Olympisch Stadion te ontwerpen, ter nagedachtenis aan de gevallen sporters. Het werd een grote mansfiguur met een fakkel, met de titel Prometheus. Het enorme werk was destijds het grootste beeld van Nederland. Daarna volgden verzetsmonumenten voor enkele gemeenten en Philips te Eindhoven. In 1953 volgde een tweede opdracht voor Philips: een zonnewijzer die de groei en vooruitgang van het bedrijf moest verbeelden. Begin jaren vijftig kwam ook de prijsvraag voor het Nationaal Monument voor de Koopvaardij, waar Carasso als winnaar uit de bus kwam. Hoewel niet als eerste gekozen door de jury kreeg zijn ontwerp de meeste bijval van pers en publiek. Aansluitend was in 1953 in de Rotterdamsche Kunstkring een overzichtstentoonstelling van zijn werk te zien. In die jaren was de Italiaanse beeldhouwkunst sterk in opkomst en Carasso schreef er enkele artikelen over in De Kroniek en Apollo. In opdracht van de NKB maakte hij een reis naar Italië om contacten te leggen en mogelijke uitwisseling te onderzoeken. In 1954 schreef hij het voorwoord bij de Mostra tentoonstelling in de Rotterdamsche Kunstkring, waar alleen Italiaanse kunst te zien was. In 1958 was hij jurylid bij de Sonsbeektentoonstelling en verantwoordelijk voor de Italiaanse selectie. Voor de ontwikkelingen binnen de beeldhouwkunst had hij niet zonder meer waardering. In 1953 schreef hij met het artikel ‘De knuppel in het Hoenderhok’ in De Kroniek een bijdrage over de toenemende strijd tussen realisme en abstractie in de beeldhouwkunst. Het commentaar op het werk van onder andere Ossip Zadkine werd hem niet in dank afgenomen. Ondanks zijn bezwaren tegen abstracte kunst werd ook zijn eigen werk in de jaren vijftig minder realistisch. Figuren werden meer gestileerd en hoekiger. Het onderwerp bleef echter altijd herkenbaar. In de jaren zestig werd zijn werk weer realistischer en ronder van vorm. Carasso maakte eveneens werk op papier, in diverse stijlen en technieken. Het loopt uiteen van kleurige en vrolijke gouaches tot donkere krijttekeningen, pentekeningen en collages. De onderwerpen variëren van illustraties tot spotprenten. Met name de collages en pentekeningen zijn soms absurdistisch en spottend. Ook de onderdrukking door fascisme en kolonialisme zijn onderwerpen die steeds aan bod komen. In 1956 werd Carasso benoemd tot hoogleraar in de beeldhouwkunst aan de Jan van Eyck Academie in Maastricht als opvolger van Oscar Jespers. Ondanks het feit dat hij niet meer bij de voorhoede hoorde bleef hij een succesvol beeldhouwer met voldoende opdrachten en tentoonstellingen.

Carignano (Italië)
Ik weet meer over deze kunstenaar

Alle beelden van Frederico Antonio Carasso

Geen kunstwerken gevonden.
Foto van Frederico Antonio Carasso